Kleine zwembaden prima te desinfecteren met uv licht

Maarten Keuten, werkzaam bij Hellebrekers Technieken en onderzoeker aan de TU Delft, werkt aan ‘het zwembad van de toekomst’. Dit zwembad wordt liever niet gechloreerd. Onderzoeker Keuten ziet goede kansen voor alternatieve desinfectie door middel van UV-licht, met name voor kleinschalige zwembaden.

 

Hypochloriet is al jarenlang het meest toegepaste desinfectiemiddel voor zwembaden. Er zijn voordelen: het middel is goedkoop en de opslag ervan eenvoudig. Maar aan het gebruik kleven nadelen. Door vervuiling (zweet, urine, cosmetica en huidvetten) in het water ontstaan reacties die irritaties kunnen opleveren voor luchtwegen en ogen.

 

Zwembad van de toekomst

Het idee om bacteriën te doden met ultraviolet licht, is vanaf 2009 onderzocht.Met onder andere de TU Delft en commerciële partners is gewerkt aan dit ‘zwembad van de toekomst’. Het project ontving Europese subsidie van € 600.000.

Nu blijkt: ultraviolette desinfectie werkt. De bacteriële veiligheid zit tussen die van gechloreerde baden en oppervlaktewater in, zo wijst promotieonderzoek van Keuten en zijn collega promovendus Marjolein Peters uit. “Zelfs beter dan we verwachtten”, zegt Keuten. De resultaten worden de komende maanden gepubliceerd.

 

Biofilm terugdringen

Wat niet wil zeggen dat het systeem klaar is. Scoort een systeem met UV-licht op het punt van aanwezige bacteriën goed, minder geldt dat voor de onvermijdelijke biofilm die zich op materialen (tegels, installaties) in het bad vormt. Uit onderzoek blijkt dat de materiaalkeuze van invloed is. De biofilm blijkt zich het minst te hechten aan bepaalde kunststof oppervlakken in het zwembad. Op nummer twee staan keramische tegels en opvallend genoeg scoort roestvrij staal het slechtst, samen met ruw beton. Een tweede factor bij het beheersen van de biofilm is de reinigbaarheid van oppervlakken. Input hiervoor bieden inzichten uit de tandheelkunde: roterende, hardere borstels maken beter schoon dan sponzige hulpmiddelen.

 

Extra circulatie

Een ander aandachtspunt betreft het hydraulische ontwerp bij de toepassing van ultraviolet licht. Bij UV-desinfectie is extra circulatie van het water nodig, want al het water moet langs de speciale lampen worden geleid binnen een bepaalde tijd. Hypochloriet verspreidt zich gelijkmatig door het water, extra circulatie is dan niet nodig. In huidige systemen passeert het water tussen de een en zes uur de filters. Met UV-desinfectie zou dat ongeveer een half uur moeten zijn. Hiervoor is veel meer energie nodig en waarschijnlijk ook andere pompen. De flexibiliteit van de pompinrichtingen is een aandachtspunt: toekomstige installaties moeten ook doelgerichter gaan reinigen. Dus bij veel bezoekers een hoge capaciteit draaien en ’s nachts of bij geringe belasting een lage capaciteit. Keuten geeft aan dat extra onderzoek nodig is om ook de energetische aspecten van de zwembadinrichting te optimaliseren.

 

Toepassing in kleine baden

Mede hierom ziet de onderzoeker de UV-desinfectie binnenkort niet in een recreatiebad of wedstrijdbad, maar eerder in kleinschalige setting toegepast. Bijvoorbeeld in therapeutische baden of in peuterbaden. Zeker kleine kinderen zijn extra gevoelig voor de irriterende reacties van het hypochloriet. Een voordeel is dat de pompcapaciteit bij de kleinere bassins niet hoeft te worden verhoogd en daarvoor dus ook geen extra energie nodig is.

 

Pilot

Keuten denkt dat vanaf 2017 een pilotproject kan worden opgestart, bij voorkeur met een peuterbad. In de aanloop hiervan moeten gezondheidsexperts wel eerst bepalen binnen welke grenswaarden de bacteriële veiligheid moet worden gegarandeerd. Ook moet er een ontheffing voor de bestaande regelgeving komen.

 

Wettelijk kader

Wettelijk gezien is er nog geen kader voor alternatieve desinfectie in zwembaden, zoals met UV-licht. Het huidige Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz) stelt het gebruik van chloor in Nederlandse zwembaden nog steeds verplicht. In juni werd een verzoek tot herziening van deze regelgeving met ingang van 2016 afgewezen in de laatste fase voor de Ministerraad, omdat de opbrengsten van deze herziening nog onvoldoende in beeld waren gebracht. Mogelijk moeten de voorstanders van alternatieve zwemwaterdesinfectie wachten tot 2018, als de Omgevingswet wordt gewijzigd. Daarin zou ook het thema zwembadwater kunnen worden meegenomen.

Ook Keuten hoopt dat de regelgeving in de toekomst ruimte geeft voor alternatieve desinfectie, bijvoorbeeld door de zwembadexploitant toe te staan om zelf te bepalen hoe deze de hygiëne en veiligheid van het zwemwater waarborgt; een zogenaamd doelvoorschrift.

 

Zwemcultuur

Een massale toepassing van ultraviolet in de zwembaden zal nog wel enige jaren op zich laten wachten. Tot die tijd zwemmen we in gechloreerde baden, maar er zijn nog voldoende kansen om het voorkomen van irriterende reacties door het hypochloriet te verminderen. Keuten: “Als alle zwemmers vooraf douchen en naar het toilet gaan wanneer dat nodig is, is zestig procent minder chloor nodig in het zwembad.”

De Nederlandse zwemcultuur speelt een sterke rol: het dragen van boxershorts met onderbroek, dat in veel zwembaden wordt toegestaan, kan onhygiënisch zijn. Keuten: “In het buitenland is dit verboden en wordt alleen strakke zwemkleding gedragen. Het verschijnsel is iets typisch voor Nederland: in kleine stapjes zijn we steeds verder afgegleden naar de minder hygiënische situatie van nu. Samen met de zwembadexploitanten kunnen we dit veranderen door duidelijke standpunten in te nemen die met onderzoek zijn onderbouwd.”

 

Zweet

Verder zorgt ook de zweetproductie van de zwemmers voor een toename van irriterende stoffen, het gaat vooral om koolstof- en stikstofverbindingen in het zweet en niet zozeer het zout. Bij een hoge zweminspanning zoals bij zwem- of waterpolowedstrijden, maar ook tijdens extreem warm weer zoals de afgelopen dagen, stijgt de zweetproductie sterk. Onderzoek wijst uit dat in een situatie waarin zwemmers niet of nauwelijks zweten, 30 procent minder hypochloriet kan worden gedoseerd. Het beïnvloeden van zweetproductie is natuurlijk praktisch onmogelijk, erkent de onderzoeker. Het enige wat een zwembadexploitant zou kunnen doen is de watertemperatuur verlagen, maar hieraan zijn grenzen: een ijskoud bad is niet comfortabel voor de zwemmer.

Keuten heeft berekend dat – alles bij elkaar opgeteld  -  aangepast gedrag van zwemmers het chloorgebruik met 60 tot 80 procent in zwembaden kan reduceren. Vervolgonderzoek, om meer zicht te krijgen in de (hygiënische) gedragingen van zwemmers, is al ingezet.

Bron: Waterforum.net

Back To Top