REACTIE STICHTING VETERANENZIEKTE OP INITIATIEFNOTA VVD

Bron: Stichting Veteranenziekte

Als Stichting Veteranenziekte hebben wij kennis genomen van de Initiatiefnota van de VVD. Allereerst willen wij aangeven dat wij ons als Stichting distantiëren van de inhoud van deze nota. De heer Ziengs geeft aan dat hij ons als Stichting heeft geconsulteerd. Dit geeft een enigszins verkeerd beeld, omdat wij als Stichting zelf om een gesprek hebben gevraagd omdat wij ons zorgen maken over de insteek die gekozen wordt door de VVD op het gebied van legionellapreventie. Wij hebben in dit gesprek uitgebreid ons standpunt gegeven, maar zien onze inbreng helaas niet terug in de nota.Ten tweede willen wij de opmerking plaatsen dat de VVD bij deze nota steeds als bron put uit het Actal-advies. Dit vinden wij zeer vreemd aangezien Actal als zelfstandig bestuursorgaan een advies heeft geschreven over lastenverlichting. Dit advies is duidelijk ingestoken door de recreatiebranche in de vorm van de Recron, net als de initiatiefnota van de VVD. De basis waarop de nota is geschreven is dan ook een zeer gekleurde basis, wat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van deze initiatiefnota niet ten goede komt.

 

De Minister van Infrastructuur en milieu heeft zelf ook al een reactie op het Actal-advies geschreven d.d. 28 september jl..De Minister geeft daar zelf ook al in aan dat als het gaat om ziektegevallen een zorgvuldige afweging tussen eenvoud van regelgeving en gezondheidsrisico’s van groot belang is. De gezondheidsrisico’s bij legionellose zijn dermate groot dat het overgrote deel van de patiënten blijvende gezondheidsproblemen heeft, die naast het feit dat 5 tot 10% van de patiënten overlijdt, zorgen voor blijvende invaliditeit en het niet meer kunnen werken. Naast het persoonlijke leed zijn dit kosten die de maatschappij in de vorm van WAO-gelden en ziektekosten te betalen krijgt. Daarnaast wordt nog steeds in 80% van de gevallen geen bron gevonden, onder andere doordat er maar weinig bemonstering plaatsvindt bij besmettingen van personen. Verder is de naleving van wetgeving op het gebied van legionella preventie slechts 50%.

 

In de initiatiefnota wordt gesproken over een niet veel voorkomende ziekte maar nog steeds zijn er gemiddeld 350 patiënten per jaar. In het RIVM “annual report of influenza and other respiratory infections in the Netherlands winter 2014/2015” staan op bladzijde 50 de tabellen over legionellose. Hieruit blijkt het verloop van het aantal bevestigde legionellagevallen, wat er als volgt uitziet: 2010: 413 gevallen, 2011: 266 gevallen, 2012: 265 gevallen, 2013: 288 gevallen en 2014: 327. Dus na een aanvankelijke daling, zien we nu een stijging! Niet het moment dus lijkt ons om een versoepeling van de regelgeving te willen. Tevens spreken zowel RIVM, ECDC als internationale literatuur van een verwachte significante onderrapportage.

 

In de nota wordt gesproken over het feit dat “de legionellabacterie overal om ons heen is en alleen een probleem vormt in stilstaand water.” Echter Legionellabacteriën komen van nature voor in ons water, zowel oppervlakte water als drinkwater. Bij vermeerdering van de bacterie onder voor de bacterie gunstige omstandigheden, kunnen voor de mens gevaarlijke omstandigheden ontstaan. Deze omstandigheden zijn onder andere: stilstand van water, vorming van biofilm in de leidingen, opwarming van koud water (door diverse oorzaken) en warm water wat niet voldoende opwarmt. Dit zijn dus meer groeibevorderende omstandigheden dan die ene die in de nota wordt genoemd.

 

In de nota wordt gesteld dat de bacterie goed gedijt in o.a. sauna’s en plaatsen waar veel mensen met lage weerstand verblijven. Onze reactie hierop is de volgende: De vermeerdering van legionellabacteriën is niet gerelateerd aan het feit dat er mensen met lage weerstand verblijven. De bacterie vermeerderd door de omstandigheden zoals hiervoor genoemd (stilstand, temperatuur etc.)Het risico voor het oplopen van de ziekte is voor mensen met lage weerstand wel hoger. Maar je weet nooit bijvoorbeeld in de recreatiebranche of je mensen te gast hebt met een verlaagde weerstand. Mensen wellicht die aan het bijkomen zijn in een hotel of recreatiepark van hun chemokuur of mensen die prednison gebruiken voor een bepaalde aandoening. Mensen dus met verlaagde weerstand. Dit in combinatie met het feit dat o.a. het RIVM en de internationale literatuur aangeeft dat legionellose een “reizigersziekte” is. Een ziekte die je over het algemeen oploopt wanneer je ergens anders verblijft (overnachting/douchen) dan in je eigen woning. Deze gegevens koppelend zijn de hotels en campings en dus de recreatiesector van de Recron wel de laatste categorie die uit de lijst van prioritaire locaties zou mogen verdwijnen. Zij dienen als locaties wel degelijk extra aandacht te besteden aan drinkwaterveiligheid. Vergeet niet dat de eerste locatie waar Legionellose uitbrak een congrescentrum was in Philadelphia.

 

Er is veel verschillende wetgeving, die op het gebied van legionellapreventie verplichtingen stellen en daarmee verband houdend ook verschillende toezichthouders. Het is goed om te kijken of het toezicht slimmer geregeld kan worden. Aan de andere kant hebben heel veel locaties niet met al deze toezichthouders te maken. Een hotel zonder zwembad heeft alleen met ILT te maken. Met een zwembad komt de provincie erbij. Zoals de Minister ook aangeeft in haar reactie op het Actal-advies dat de meeste locaties maar met 1 of 2 toezichthouders te maken hebben.

 

De nota vermeldt dat er na 12 jaar onderzoek nog nooit een leidingwaterinstallatie als bron van legionella is aangetroffen. Dit is niet waar. In de rapportages van het RIVM staan de locaties waar legionella is opgelopen, waar wel degelijk leidingwaterinstallaties bij betrokken zijn. Ook in de Europese rapportages van ECDC wordt dit aangegeven.

 

In de nota staat het volgende: “legionella vermeerderd zich in warm, stilstaand water en besmetting treedt op via verneveling. Dit is in principe niet aan de orde bij de categorie hotels, campings en jachthavens.” Stilstaand water en te warm koud water (hotspots) komen wel degelijk voor bij deze categorieën. Beheer buiten het hoogseizoen (stilstandmanagement) Dode (loze) leidingen te over in drinkwaterinstallaties en niet altijd worden alle tappunten frequent gebruikt. En verneveling vindt ook niet plaats op deze locaties? De mensen douchen niet op een camping, hotel of jachthaven? De mensen nemen geen water in voor op hun boot bij de jachthavens om daar vervolgens op hun eigen boot mee te douchen? Het feit dat er in een nota van de VVD op dit niveau stellingen worden genomen geeft niet veel vertrouwen in het kennisniveau over dit onderwerp.

 

Het moeten laten uitvoeren van een risicoanalyse is qua prijs erg verschillend, afhankelijk van de grote van de installatie. En wanneer we het hebben over enkele tienduizenden euro’s dan hebben we het toch echt over de zeer grote installaties. Het laten opstellen van een risico analyse en beheersplan leidt niet tot veiligheid nee, maar de uitvoering ervan wel. De uitkomsten van zo’n analyse uitvoeren in de vorm van technische aanpassingen en beheer uitvoeren, dat leidt tot veiligere situaties. Wanneer dan vervolgens wordt gesteld dat het beheer zo ongelooflijk veel tijd en geld kost, dan betekent dit in de praktijk dat er geen goede installatie ligt. Wanneer op een locatie een goed, conform NEN1006 aangelegde installatie aanwezig is en het gebruik van de installaties is optimaal, dan zijn er echt niet zoveel beheersmaatregelen meer uit te voeren. Een maatregel waar veel over gemopperd wordt is wekelijks spoelen. Spoelen dient alleen te geschieden op tappunten die een week of langer niet in gebruik zijn. Wanneer je dus zorgt dat je organisatie slimme planningen maakt, zodat alle tappunten wel gebruikt worden, dan blijft er maar een beperkt spoelprogramma over.

 

Het enige punt van de nota waar wij als Stichting volledig achter kunnen staan is het feit dat gezegd wordt dat de leidingwaterinstallaties conform de regels van het Bouwbesluit dienen te worden aangelegd.

 

Voor een verdere onderbouwing van de mening van de Stichting Veteranenziekte over de kwestie rondom legionellapreventie, zouden wij u graag verwijzen naar onze schriftelijke reacties op het Actal-advies, onze reactie op het stuk van RIVM op H2O online van september vorig jaar en onze open brief in onze nieuwsbrief aan de Minister. De stukken hebben wij bij de mails aan de betrokken personen gevoegd.

 

De conclusie die door de VVD in hun initiatiefnota wordt getrokken dat sauna’s, zorginstellingen en soortgelijke plekken prioritair zouden moeten blijven en de rest niet, is ook een conclusie die wij absoluut niet kunnen onderschrijven, zoals uit onze reacties blijkt. De recreatiebranche zou zichzelf moeten bedenken dat zij zorg moeten leveren aan hun gasten en schoon en veilig drinkwater hoort daar ook bij. In de praktijk blijken hier de nodige tekortkomingen te zijn (50% naleving, zoals ILT constateert). Onder de gasten zijn ook mensen met een verlaagde weerstand en onder hun zijn vele buitenlandse gasten. De recreatiebranche wil toch niet dat naar het buitenland gecommuniceerd wordt dat de recreatiebranche in Nederland geen extra zorg meer hoeft te besteden aan schoon en veilig drinkwater?

 

Wanneer ieder zijn verantwoordelijkheid neemt in legionellapreventie door het geven van goede adviezen, het uitvoeren van de juiste beheers- en technische maatregelen en daar op een goede doordachte en duurzame manier mee omgaat, dan zijn daar de recreatiebranche en alle andere branches bij gebaad. Zorg leveren aan de gast, zoals een goede gastheer dat betaamt.

 

 

Back To Top